BEVRUCHTING KOMT VAN BUITENAF

Voor de 70ste verjaardag van Chef Rik Vandersanden van de Thrill in Genk, gaan we een aantal markante figuren interviewen, die in de voorbije 40 jaar het pad van Rik hebben gekruist.

We bespreken altijd 4 thema’s: wie zijn ze (professioneel), wat is hun band met Chef Rik, wat presteren ze zelf in de keuken en hoe is hun relatie met de pers?

De gasten worden dan uitgenodigd op onze maandelijkse OPEN PERSLUNCH en die dag publiceren we hun verhaal online. Zo krijgen we een mooie blog: DE VRIENDEN VAN DE CHEF

Wij zijn Werner Couck en Wouter Dorissen en onze praatgast deze keer is KOEN VANMECHELEN.

Eerste vraag: Stel jezelf kort voor. Wat moet ondernemend Limburg van jou zeker weten? Jouw naambekendheid is wellicht iets hoger dan het gemiddelde van de Limburgse ondernemer? (knipoog)

Mensen zullen bij mijn naam – Koen Vanmechelen – waarschijnlijk wel denken aan “kunstenaar” en “iets met kippen”, maar wat ik eigenlijk doe is streven naar diversiteit. Met mijn werk doorbreek ik al meer dan 35 de monocultuur.

“Bevruchting komt van buitenaf” is mijn visie. Als we dat toepassen op het bedrijfsleven, dan zou het goed zijn dat er in elke organisatie een dwarsligger zit. Het gevaar van veel experts over hetzelfde topic samen is de inteelt van hun denken. De confrontatie met diversiteit leidt tot uitbreken uit de eigen schelp.

Je kan in de mainstream meegaan en een tijdje heel succesvol zijn, maar er komt een moment dat je moet klaar zijn voor de omschakeling. Als kunstenaar zijn we meestal confronterend voor de samenleving, maar hier aan onze tafel zal een wetenschapper juist onze oogkleppen kunnen openen.

Mijn motto, mijn thema is: KRUISEN. Dat idee kunnen ondernemers ook meenemen in hun sector.

Tweede vraag: Wat is jouw relatie met Rik Vandersanden?

Ik ken Rik uit de keuken, want ik werkte zelf in de tophoreca. (grote stilte aan de gesprekstafel want onze mond valt open van pure verbazing – Koen Vanmechelen is een kok?)

Ja ik ben als jonge kunstenaar in de keuken gegaan en dat was op topniveau. Ik werkte voor Roger Souvereyns in het Scholteshof, ik werkte bij Kristoffel en bij La Feuille d’Or.

In het Scholteshof stond ik in de keuken met Piet Huysentruyt, een fantastische kok. We vormden een sterk team, waarbij ik vooral talent had voor patisserie. Roger Souvereyns leidde zijn keuken op een heel eigen manier; hij was visionair en heeft een uniek legacy opgebouwd.

De horeca heeft mij geleerd om hard te werken. Wij sliepen vaak maar twee uur. Maar de passie daar of nu in mijn kunstatelier, dat is ongeveer dezelfde drive. Doorgaan waar anderen stoppen! Misschien niet verstandig voor lichaam, geest of sociale omgeving, maar wel met resultaat…

Wij eten graag bij Rik in The Thrill omdat het vakmanschap in je bord boekdelen spreekt. Gewoon al een authentieke bearnaisesaus, waar krijg je dat nog?

Derde vraag: Hoe staat het met je eigen prestaties in de keuken? Maar die vraag hoeven we niet meer te stellen als je in tophoreca gewerkt hebt.

Toch wel, want ik kook niet meer. Mijn vrouw zorgt voor het eten en dat is fantastisch. Maar de keuken blijft zeer boeiend. Wij zitten hier vaak in de keuken, met een heel groot fornuis. Hier komen we samen met ons team, houden we onze meetings, enz..

De keuken mag centraal staan in een huis of zelf hier in het atelier. Hier voeden we de intellectuele honger. En we streven naar diversiteit door invloeden uit buitenlandse keukens te gebruiken; uit Azië, Italië, enz.. terwijl vroeger alleen naar Franse gerechten werd gekeken of Vlaamse dagelijkse kost.

Trouwens de keuken leert ons ook veel over de cultuur en de geschiedenis van een samenleving Zoals de Mechelse Koekoek en de Poulet de Bresse. Kippenrassen die culinair hoog zijn aangeschreven, maar die, door net door hun focus op monocultuur, zichzelf dreigen te vernietigen.

Vierde vraag: Wat is jouw relatie met de pers? Heb jij een haat-liefde relatie met media zoals veel BV’s?

Haat? Neen, helemaal niet. De pers zou je kunnen ontmaskeren, maar ik probeer vooral oprecht te zijn. Ik heb geen geheimen en dus hoef ik niet bang zijn.

Het gebeurt uiteraard dat we eens negatieve pers krijgen; bijvoorbeeld bij een tentoonstelling. Maar we hebben dan vaak simultaan exposities in Vlaanderen, de VS, Scandinavië en Zuid-Europa en dan maak ik voor mezelf een soort gemiddelde van die recensies, van die verschillende journalisten, van de verschillende omstandigheden en culturen. Dat geeft een genuanceerd beeld waar ik wel iets van kan leren.

Voor de pers geldt trouwens ook de oproep naar meer diversiteit. Een kunstenaar maakt kunst en komt dan in de kunstmedia en -rubrieken. Maar het is meer hé. Toen we met het Cosmopolitan Chicken Project de  frontpagina van  The Times haalden, oversteeg dat de kunstrubriek omwille van een maatschappelijke relevantie.

Maar marketeers – ook in de media – willen graag doelgroepen maken, brands promoten, hokjesdenken en dat proces herhalen. Dat heet routine en die moeten we doorbreken.

Anderzijds – om terug te komen op een discussie van daarstraks over de ondernemer die moet het lef hebben om zich te verkopen en die zich moet durven laten zien – ja, dat is een keuze die je moet maken.

Ik merk ook dat na 30 jaar werk, mijn projecten een begrip geworden zijn; Cosmopolitan Chicken,  en meer recent LABIOMISTA, zijn termen die bij velen een belletje doen rinkelen. Dat heb ik mede te danken aan de media.

Nvdr: het gesprek met Koen Vanmechelen heeft anderhalf uur geduurd, we hadden nog 5 bladzijden kunnen schrijven en nog 100 vragen kunnen stellen. Dat zal voor een andere keer moeten zijn. Misschien gaan we nog wel eens samen koken.

Alle foto’s © Koen Vanmechelen

Dit bericht delen:
Facebook
WhatsApp
LinkedIn
Email

Ook interessant

JBC EN WALTER VAN BEIRENDONCK MAKEN “FUTURE FRIENDLY”

IEMANDS WERKDAG NET DAT STUKJE BETER MAKEN

DURF JIJ TE VERBINDEN